‘We zijn een geoliede machine samen. We hebben weinig woorden nodig, een onderlinge blik is vaak al voldoende om te weten wat er moet gebeuren.’ Ze zijn uitstekend op elkaar ingewerkt, vertellen Marieke, Maaike en Sabrina. Al ruim vijfentwintig jaar werken ze als pedagogisch professional met baby’s, peuters en schoolgaande kinderen die tussen de 0 en 12 jaar oud zijn. ‘We dragen de taken met z’n drieën en helpen elkaar waar dat nodig is. Daarbij houden we elkaar scherp door open te zijn naar elkaar,’ vertelt Maaike. ‘We doen ons werk met veel passie, maar ook met veel humor. Ook dat is ontzettend belangrijk!’
Marieke vult aan dat ook communicatie van groot belang is, zowel tussen de collega’s onderling als naar de ouders toe. ‘Als Sabrina bijvoorbeeld hoort van een ouder dat een kind de volgende ochtend wat later op de opvang is vanwege een doktersafspraak, dan schrijft ze dat in ons schriftje. De volgende dag weet Maaike dan waarom iemand later is, en dan vraagt ze ook aan de ouder hoe het was bij de dokter. Dat wordt zeer gewaardeerd door de ouders, omdat ze dan merken: er wordt naar mij geluisterd als ik iets doorgeef. Daar krijgen we ook vaak complimenten over.’
Ontwikkeling
Zelf werken ze nu uitsluitend met de peuters, maar dat is niet altijd zo geweest. ‘Ik heb eerst zo’n twaalf jaar op de babygroep gewerkt,’ vertelt Sabrina. ‘Tijdens de economische crisis werden een aantal mensen ontslagen, waardoor het team een stuk kleiner werd. Dat betekende voor mij dat ik op de peutergroep kwam te staan, waar ik even aan moest wennen. Die verandering maakte me ook een beetje onzeker. Maar als ik daar nu op terugkijk, zie ik dat die stap heel belangrijk is geweest voor mijn professionele ontwikkeling. Ik wil ook niet meer terug. Ik haal veel meer voldoening uit het werken met peuters, omdat ik het erg leuk vind om met hen in gesprek te gaan. Daarnaast is het werk een stuk uitdagender door extra taken zoals het contact met scholen en de GGD.’
In de afgelopen vijfentwintig jaar hebben ze veel zien veranderen binnen het werkveld, zoals dat de werkdruk veel hoger is geworden. Dat komt omdat er meer kinderen zijn die extra zorg nodig hebben, maar ook omdat de administratieve taken veel meer tijd in beslag nemen als gevolg van veranderde wet- en regelgeving. ‘Vroeger schreef je een verslag wanneer de kinderen oud genoeg waren om naar school te gaan, met enkele dingen die je graag mee wilde geven’ zegt Marieke. ‘Tegenwoordig moet alles genoteerd worden, elke dag weer: welke activiteiten heb je gedaan, hoe zit het kind in de ontwikkeling, waar moet op gelet worden? Ik begrijp dat dat belangrijk is, maar het kost ook veel tijd.’
‘Ook merken we wel een verschil tussen de ouders van vroeger en van nu, bijvoorbeeld in de manier van opvoeden’ zegt Maaike. ‘We zien vaak dat ouders tegenwoordig het vriendje of vriendinnetje van hun kind willen zijn. Dat doen ze natuurlijk uit liefde, maar jonge kinderen hebben ook een duidelijke structuur nodig - zoals bijvoorbeeld dat nee ook echt nee betekent. Zo pakken we dat ook aan op de opvang, waar we een vast dagritme hanteren. Rust en regelmaat zijn enorm belangrijk voor kinderen. Natuurlijk zijn we daar ook wel eens minder streng in, maar we blijven wel consequent in wat de grenzen zijn.’
Mooiste vak
Op de opvang staat het spelenderwijs leren centraal. ‘De ontwikkeling van het kind staat natuurlijk voorop, en ze leren het beste als ze het ook leuk vinden,’ vertelt Sabrina. ‘Dat begint met ervoor zorgen dat de kinderen zich veilig voelen bij ons. Daarnaast proberen we ook altijd om zo veel mogelijk naar buiten te gaan met de kinderen, en besteden we ook veel aandacht aan zelfstandigheid. Dus als we een boterhammetje gaan eten met z’n allen, dan laten we de kinderen zoveel mogelijk meehelpen. En na het eten ruimen ze ook zelf weer hun bordje op. Daarbij zie je dan dat de oudere kinderen uit zichzelf de jongere kinderen gaan helpen. Dat is prachtig om te zien.’
Marieke, Maaike en Sabrina houden zielsveel van het werken met kinderen. ‘Een kind is puur’, zegt Marieke. ‘Geen enkel kind heeft een dubbele agenda en de emoties die ze tonen zijn echt. Als wij een kind bijvoorbeeld iets leren, dan is het apetrots: kijk eens wat ik nu kan! Die blijheid voelen wij dan ook. Het is hartverwarmend om de ontwikkeling van de kinderen van zo dichtbij mee te maken. Ze komen hier binnen als een kleine dreumes en gaan weer weg als zelfstandige peuter.’ Sabrina vult aan: ‘Wat ze bij ons op jonge leeftijd leren, vormt de basis voor de rest van hun leven. Zo kwamen we vanochtend tijdens een wandeling nog een opa tegen met zijn kleinkind. Hij liet een foto zien van zijn dochter die vroeger bij ons op de opvang zat, en inmiddels vijfendertig jaar oud is. Wat een prachtige meid is dat geworden, zeiden we. Dat klopt, zei die opa, en daar hebben jullie veel aan bijgedragen. Dat is toch prachtig, om na al die jaren zo’n ontroerend compliment te krijgen?’